Trypofobie: Ben jij bang voor groepen kleine gaatjes?
Nov 16, 2018 by apost team
Kan jij een granaatappel eten, of maakt de aanblik van de opengesneden vrucht je al misselijk? Als je je hierin herkent, lijdt je misschien aan een stoornis genaamd "trypofobie." Deze aandoening wordt gedefinieerd als een irrationele angst voor gaatjes of bobbeltjes die samen een groep met een patroon vormen.
Is het medisch te behandelen?
Maar liefst a href="http://www.businessinsider.com/the-science-of-trypophobia-a-fear-of-holes-2015-8?IR=T" target="_blank">15% van de wereldbevolking
lijdt aan trypofobie, en waarschijnlijk zelfs meer omdat dit vaak niet door medische experts wordt erkend, waardoor er geen diagnose wordt gesteld en het niet wordt behandeld. Het woord trypofobie is geen medische term. De oorsprong van het bedachte woord kan worden herleid naar een bericht van ongeveer 13 jaar geleden, van iemand die aan de volgende symptomen leek te leiden toen hij werd blootgesteld aan patronen van gaatjes of bobbeltjes:- Misselijkheid
- Kippenvel
- Paniekaanval
- Afschuw
- Trillen
- Zweten
apost.com
Deze post verspreidde zich, en de term werd een soort meme op social media toen meer mensen dezelfde symptomen, die ze kregen als ze werden blootgesteld aan patronen van gaatjes en bobbeltjes in voeding en objecten, begonnen te delen. Ze deelden hun reacties op de volgende producten:
- Granaatappels
- Aardbeien
- Condensatie van de regen op ramen en andere voorwerpen
- Zeepbubbels
- Groepen van exact dezelfde voorwerpen, zoals ogen, stipjes, knikkers, etc...
- Koraalrif
- Sponzen
- Huiduitslag met duidelijke bobbeltjespatronen
- Zeeschuim of andere schuimvormingen
Mensen met deze aandoening hebben op internet een aantal van hun gevoelens die ze waarnemen als ze deze dingen zien gedeeld, waaronder de volgende stukjes:
- “Ik krijg er jeuk van en de rillingen lopen langs mijn ruggengraat”
- “Ik voel meteen een verschrikkelijke afkeer en begin te rillen.”
- “Ik wil direct iets vinden wat ik kan verscheuren.”
- “Ik denk er niet aan, en dan zie ik iets met bubbels erin en opeens voel ik me ziek.”
Als je denkt dat je ook deze aandoening hebt, kan je een test doen en op Google wat plaatjes opzoeken die de symptomen die deze mensen hebben ervaren bij het zien van patronen van gaatjes en bobbelpatronen, kunnen opwekken. Als je het idee hebt dat bepaalde advertenties met bubbel zoals zeepreclames, je een raar gevoel geven, of als je je gek voelt bij het zien van een patroon in je dagelijks leven, bijvoorbeeld aan je bureau of op het behang, en er misschien zelfs duizelig van wordt, kan je trypofobie hebben.
Als je een medische baan hebt, kan het zien van organen met gatenpatronen, waaronder bloedcellen, deze reactie opwekken. Soms kunnen de afbeeldingen die je online of in je dagelijks leven ziet obsessief worden, en krijg je ze gedurende langere tijd niet uit je hoofd als je er niets aan doet.
Wat veroorzaakt trypofobie?
Omdat het geen erkende medische diagnose heeft, is er maar weinig informatie over de aandoening beschikbaar. In de laatste jaren hebben een aantal onderzoekers het op zich genomen om onderzoek uit te voeren naar de oorzaken van trypofobie. Twee Britse wetenschappers, Arnold Wilkins and Geoff Colehopen de gedachten van medische experts te veranderen, zodat trypofobie kan worden erkend als medische aandoening.
In 2009 introduceerde Wilkins het idee van trypofobie aan zijn psychologiestudenten tijdens een van zijn colleges. Hij deed een experiment waarbij hij twee verschillende afbeeldingen tegelijkertijd op een scherm liet zien - een van een boslandschap en een van een lotusbloem met kleine gaatjes in het opervlak. Hij vroeg de studenten om op de afbeeldingen te reageren. Een studente vertelde echter dat ze zo verafschuwd was door de foto van de lotusbloem, tot het punt dat ze zich fysiek ziek voelde. Wilkins, een epert op het gebied van visuele stress, deelde zijn bevindingen met zijn collega Geoff Cole, en allebei doken ze in hun eigen wetenschappelijke onderzoek naar de visuele constructen achter de fobie voor gatenpatronen en bobbelige oppervlakken. Dit resulteerde in 2003 in een artikel genaamd “Fear of Holes." In dit artikel vertellen Wilkins en Cole dat een van de labassistenten tijdens het onderzoeksproces afschuw vertoonde tegenover een van de afbeeldingen die in het experiment gebruikt werden: een blauwe octopus. Dit is een giftige soort octopus, voornamelijk voor mensen.
Ze betoogden dat andere giftige diersoorten, zoals bepaalde spinnen, slangen, slakken, vissen en amfibieën, allemaal een patroon van gaten of bobbels gemeen lijken te hebben als onderdeel van hun uiterlijk. Wilkins en Cole kwamen tot de wetenschappelijke conclusie dat mensen die aan trypofobie lijden een verhoogd instinct hebben tegenover deze giftige wezens: daarom geeft hun brein het signaal van afkeer tegenover deze patronen als ze hiermee in aanraking komen.
Wilkins en Cole waarschuwen ook dat men waarschijnlijk niet kan zeggen dat trypofobie een echte fobieis. Het is waarschijnlijker dat een bepaalde groep mensen intuïtiever zijn als het gaat om herkenning van een evolutionair element bij mensen die gevaarlijke wezens kunnen aanvoelen. Hierbij uiten ze een gevaar-reactie, in tegenstelling tot de rest van ons die dit gevoel door de duizenden jaren heen zijn kwijtgeraakt. Ben jij zo'n zeldzaam persoon?
Als jij iemand bent of kent die dit heeft ervaren, laat ons dan jouw ervaring weten en deel dit artikel met je vrienden en familie!